Hair

In 1967 schreef de componist Galt McDermot de fantastische musical ‘hair’. 1967 het Hippie tijdperk, mannen en vrouwen lang haar, make love not war, bloemen, vrede, vrije liefde en de daarbij horende tripjes op LSD en andere geestverruimende middelen. De musical was min of meer een protest tegen de Vietnamoorlog waar America zich in bevond maar dat terzijde. Het gaat nu even over haar. Haar op je hoofd of het ontbreken daarvan. We hebben er allemaal iets mee.

Als ik voor mezelf spreek vind ik mijn haar best een belangrijk iets, het is bepalend voor mijn gezicht en in mijn vijftig jarige carrière heb ik allerlei stijlen en kleuren gehad. Als baby kwam ik ‘paék zwert’ (git zwart) krijsend op de wereld, als driejarige had ik lange blonde krullen maar doordat ik elke ochtend krijste tijdens het borstelen werd mijn haar op mijn zevende kort geknipt. Op mijn communie foto’s sta ik met een soort van ‘coupe Beatrix’ geföhnd hoofd te stralen in mijn blauwe communie jurkje.

Daarna is het alle kanten opgegaan. Halverwege jaren tachtig was volume in de mode, dus ook ik had een mega hoge geföhnde kuif met daarin een halve bus haarlak! In mijn puberteit begon ik te experimenteren met kleurtjes, vooral Henna vond ik geweldig, gevolg: peentjes oranje haar! Hoe meer mijn moeder tegen me zij hoe lelijk zij het vond hoe meer ik die stinkende groene drab in mijn haar smeerde. Ik zou bijna mijn ‘permanent’ tijdperk vergeten. Lang en dik haar werd door mijn moeder ingedraaid met plastic rollertjes van mijn oma en waar dan permanent vloeistof vanPoly’ overheen werd gegoten. Resultaat: prachtige krullen. Dit totdat ik in mijn leerling verpleegkundige tijd een goedje kocht dat ‘Spray-blond’ heette. Het leek me fantastisch om eens blond te zijn. Maar de combi sprayblond en daarna permanenten was funest. Mijn haar was verbrand tot op mijn hoofdhuid…… Haar er dus af tot op twee centimeter van mijn hoofdhuid……

Weer laten groeien, weer eraf, rood, kastanjebruin, highlights, een gekleurde lok etc etc. Nadat de meiden werden geboren ging de schaar er weer in, lekker makkelijk kort. Ik was toen vooral bezig met moederen en minder met mijn uiterlijk. Dat kwam later wel weer iets meer. Ik ben nooit een mode volger geweest, deed en doe mijn eigen ding, draag wat ik leuk vind en hou van kleur. Toen kreeg ik kanker en hoorde dat ik chemokuren zou krijgen. Hoe gek is het dan dat je eerste gedachte uitgaat naar “shit, nu word ik kaal”. Terwijl je niets liever wil dan beter worden. Door de kuren die ik kreeg zou ik niet kaal worden en toch ben ik ongeveer eenderde van mijn gaar kwijt geraakt, maar ik ben gezegend met een enorme dikke bos haar dus dat is geen probleem. Wel veranderde de structuur, het werd dof en dor, er was geen land mee te bezeilen. Daar bovenop nog de Corona uitgroei en het feest was compleet. Ik vond mijn spiegelbeeld alles behalve fris en fruitig, werd een beetje treurig van mijn heksenhaar. Gelukkig heb ik een lief vriendinnetje die daar raad mee weet. Samen hebben we besloten om dan maar voor rigoreus kort te gaan, dood haar eruit en de grijze uitgroei verwelkomen want verven mag pas over twee maanden. Maar ik denk dat ik mijn nieuwe look, kleur en daarmee nieuwe periode in mijn leven ga omarmen en het grijs daarmee ook accepteer als mijn nieuwe ik. Grijze duiven vliegen tenslotte ook hoog!

Plaats een reactie