Heimwee

 

 

 

 

Ik heb er nooit last van gehad, heimwee naar huis. Als kind niet en ook nu vind ik het lekker om na een vakantie naar ons huis te gaan maar het is niet dat ik er moeite mee heb om van huis weg te zijn.

Toch is er ergens een diep gevoel van gemis, het gemis van een land, een land waar we vaak met vakantie gingen toen ik nog een kind was. Dit land is Noorwegen. Als kind voelde ik die liefde nog niet, je bent dan niet bezig met al het moois wat er om je heen te zien is. Veel belangrijker is kliederen met water en zand, vriendjes maken op de camping. Ik kan me uit die tijd ook niet veel meer van het land zelf herinneren maar wel van de baby poesjes die onze hut binnen kwamen lopen, de lammetjes bij Leiv en Ingeborg een fles melk geven en wafels bakken of porselein schilderen met Lilly, de hut ‘Minnestølen’ waar geen stromend water, toilet of elektriciteit was. Waar je de kachel moest stoken met dikke blokken hout, kaarsen en olielampjes aan moest steken voor licht en waar je je ’s morgens ging wassen in een ijskoude bergbeek…… Dat laatste voelde als een groot avontuur (al was de bergbeek wel minder aantrekkelijk). Hoe mooi de plek was waar het huis Minnestølen stond boeide niet maar wel het knusse gevoel dat het huis bood.

Als eind tiener en begin twintiger ben ik er ook nog diverse keren geweest en toen begreep ik ineens de liefde van mijn ouders voor het land. De gebieden in Noorwegen waar het enorm stil is zonder voorbij razend verkeer of massa’s lawaaierige mensen. Waar geen lichtvervuiling is en je de mooiste sterrenhemel ooit kunt zien. De overweldigende natuur met wijdse uitzichten, fjorden, bergen, meren. De vriendelijke mensen, het respect voor de natuur en de ongereptheid. Toen ik in 1994 mijn opleiding tot verpleegkundige voltooide heb ik me dan ook goed geïnformeerd om in Noorwegen als verpleegkundige aan de slag te gaan. Het was in de gemeente Hol, het gebied waar onze Noorse vrienden/kennissen wonen. Dit is een dun bevolkt gebied waar je geen groot officieel ziekenhuis had maar waar je als verpleegkundige diverse taken zou krijgen. Je was dan wijkverpleegkundige, ouderen verpleegkundige in het bejaardenhuis en je had ook nog de mogelijkheid om daarnaast als verpleegkundige ingezet te worden bij helikopter vluchten bij calamiteiten. Uiteindelijk heb ik de stap niet genomen, bang om mijn familie teveel te missen en misschien ook bang voor het onbekende.

Ik ben er al 21 jaar niet meer geweest (dat klinkt als een mensenleven) en er zal ook daar heel veel veranderd zijn. Maar ergens blijft die kriebel, het gemis. Johan en de kinderen zien het niet zitten om vakanties in Noorwegen door te brengen, vakantie is voor hun verblijven in warme oorden en in ons geval is dat kamperen met onze Tilly in het zuiden van Frankrijk. Misschien maar goed want ik ben ooit met een ex-vriendje op vakantie gegaan naar Noorwegen en dat was geen succes, en dat is nog zacht uitgedrukt……. 🙂 Hij begreep mijn liefde niet voor dit ruige land, begreep niet wat ik leuk vond aan in de avond visnetten binnenhalen met een roeiboot waarbij het snot je over je bovenlip loopt van de kou of op het gras zitten en staren over de Aurland fjord en de weidsheid in je opnemen van iets dat in miljoenen jaren is ontstaan. Ook begreep hij niet dat je je (oudere) gastheer en gastdame helpt bij het binnenhalen van het hooi voor de schapen en ja, dat dit hard werken is omdat je tegen steile hellingen met een riek het hooi bij elkaar moet halen maar dat het ook zo leuk is omdat je onderwijl kunt genieten van een prachtig uitzicht. Het kwam erop neer dat onze relatie het einde van de vakantie niet haalde en we vechtend naar huis zijn gegaan waarbij ik als 21 jarige de auto pakte, honderd zestig kilometer in mijn uppie naar het havenkantoor van de veerboot in Oslo reed en regelde dat we met de eerstvolgende boot mee naar huis konden. Dat we op de boot geen slaapplaats hadden maar in de filmzaal op een dun matrasje moesten slapen interesseerde me niet en dat ik toen heb gelogen over waarom ik met spoed naar Nederland moest kon me toen ook niet deren, ik wilde naar huis!

Een paar nachten terug had ik tegen de ochtend een droom, zo een tussen slapen en waken in. Ik droomde dat ik met mijn moeder in een soort van stoeltjes lift zat en we zweefden over de bergen, fjorden, het dal waar Ingeborg en Leiv zaliger wonen, de uitgestrekte en verlaten Hardangervida, de sneeuwmuren in de winter en de niet ondergaande zon in de zomer. Ik was zó blij en de tranen van blijdschap en ontroering om weer in Noorwegen te zijn stroomden over mijn wangen. Ik was weer thuis!

Ik werd wakker en ik had echt gehuild……. is dit dan toch wat je heimwee noemt?

Een gedachte over “Heimwee

Plaats een reactie